zondag 18 mei 2008

Beoordelen van Burgerschap

Op 10 juni is er een dag over het beoordelen van Burgerschapscompetenties. ( Locatie Amerikalaan 108, Utrecht_ ROCMN) Hier wordt dan ook informatie gegeven hoe, de inspectie denkt dat deze materie moet worden aangepakt door de scholen.
Roc Gilde opleidingen heeft hiervoor een aanzet gemaakt en is in overleg met de inspectie over de manier waar op de inspectie ons gaat controleren. Vooralsnog hebben we wel eejn paar richtlijnen, waarlangs de scholen alvast kunnen gaan werken. Deze staan hieronder vermeld:

Via Fons Stevens:

Afgelopen dinsdag 22/4 heb ik tijdens de landelijke clusterbijeenkomst experimenten aan een gedachtenuitwisseling inzake examinering deelgenomen. Aanwezig waren ROC-vertegenwoordigers sector economie en handel en iemand van inspectie (dhr. A. de Haan, lead-auditer regio Noord)).
De werkgroep examinering uit het cluster had mbt de 8 standaarden een aantal vragen voorgelegd aan de inspectie.
Uit dit gesprek wil ik enkele zaken onder jullie aandacht brengen:

  • de inspectie is van mening dat een ROC moet uitgaan van het eigen kwaliteitszorgsysteem bij de verantwoording; daarin is het vooral belangrijk dat je kunt uitleggen waarom je de dingen doet zoals je ze doet. Een visie op examinering en een goed examenmodel is daarbij zeer wenselijk.
  • bij standaarden 1 en 2 (tevredenheid van belanghebbenden) acht de inspectie een kwalitatieve benadering belangrijker dan een kwantitatieve; maw gestructureerde gesprekken/interviews met belanghebbenden (dialoog !) geven in hun ogen meer en betere informatie dan enquĂȘtes en vragenlijsten.
  • bij standaard 3 (deskundigheid) vindt de inspectie dat in beginsel docenten bevoegd en bekwaam zijn: daar waar echter vernieuwingen en ontwikkelingen plaatsvinden, dient de deskundigheidsontwikkeling gelijke tred te houden en is deskundigheidsbevordering dus een item.
  • bij standaarden 4 en 5 (producten en processen): examenmodel, handboek is onontbeerlijk. De methodenmix is in hun ogen een goede insteek om betrouwbaar en valide competenties te beoordelen.
  • bij standaarden 6 en 7 (transparantie en borging): transparantie is voorwaarde voor een goede borging; de inspectie ziet graag dat in de examinering SMART-doelen geformuleerd worden om deze standaarden te realiseren, maw kritisch blijven kijken naar de eigen procedures en producten, volgens een vastomlijnd kwaliteitsmodel.


Tenslotte: de inspectie gaat de exameninstellingen en hun examenproducten niet meer legitimeren of accrediteren. Vanuit hun taak als toezichthouder kijken ze naar de ROC’s, niet naar de leveranciers van het ROC. Productaudits worden dus bij de ROC’s afgenomen. We kunnen dus wel nog inkopen maar niet meer daarmee de productaudit afdekken.

Geen opmerkingen: